Kringlooplandbouw streeft ernaar om de nutriënten in mest (stikstof en fosfaat) binnen het systeem te houden (van mest naar plant, van plant naar dier en van dier naar mest). Mest is op die manier weer een grondstof. Nutriënten lekken dan niet weg en er is geen depositie van ammoniak, geuroverlast of gezondheidsrisico door fijnstof.
Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt kringlooplandbouw tot speerpunt van haar beleid. Bekijk het visiedocument Landbouw, natuur, en voedsel: waardevol en verbonden
Het gaat hierbij om het sluiten van kleine en grote kringlopen. Bekijk het artikel Kringlooplandbouw op Boerderij van de Toekomst van Nieuwe Oogst.
Kleine kringlopen
Bij het sluiten van kleine kringlopen ligt het initiatief bij boeren zelf. Zij kunnen bijvoorbeeld zorgen voor een vruchtbare bodem die voldoende vocht en voedingsstoffen vasthoudt. Er komen dan minder nutriënten in de bodem en het water terecht. Ook kunnen boeren hun eigen mest optimaal benutten. Voordeel is dat er minder kunstmest nodig is.
Grote kringlopen
In een grote kringloop wordt mest op industriële schaal verwerkt. Op die manier voegt de industrie via mestbewerking waarde toe aan de mest. Dierlijke mest wordt omgezet in korrels en/of vloeibare kunstmestvervangers. Ook maken zij andere producten of grondstoffen voor afzet buiten de landbouw. Zoals vezels, methaan (biogas) of waterstof, restwarmte en/of meststof voor tuinen en gazons.
In Nederland wordt in totaal 169 miljoen kilogram fosfaat geproduceerd door de veehouderij. (bron: CBS)
Landbouw en voedsel
Het rapport Circulaire economie in kaart van PBL laat zien welke rol voedsel speelt in de circulaire economie en welke strategieën hier mogelijk zijn. PBL benoemt de volgende mogelijkheden:
- Het optimaal gebruiken van natuurlijke hulpbronnen (zoals bodem, water en biodiversiteit), bijvoorbeeld voedselproductie op daken. Of het produceren van voedingsproducten die producten met een hoge milieudruk kunnen vervangen, waaronder de vegetarische gehaktballetjes en andere vleesvervangers, zoals zwammen of algen.
- Het verminderen van voedselverspilling.
- Het gebruiken van reststromen voor voedsel, veevoer, materiaal of meststof/compost, bijvoorbeeld door het gebruiken van broodresten om bier te brouwen. Denk aan reststromen voor voedsel of diervoeder, voor grondstoffen voor de industrie of voor meststof of compost.
- Het gebruiken van reststromen voor energie, zoals vergisters en palletkachels die biotische reststromen (voornamelijk) omzetten in energie.
